Ik weet nog hoe het voelde in het oog van de orkaan. Bevroren in stilte en omgeven door razernij. Niet van de buitenstaanders, nee, ik was de buitenstaander. Alles schreeuwde in mij. Met dichtgeknepen lippen leerde ik hoe zwijgen voelt.
Ik herinner me de geur van de velden. Glinsterende dauw op het hoge gras. De kruidige zoete mist van verlangen. De vrijheid die mijn blote voeten voortjoeg.
Ik voel hoe de stilte op me drukte, zo alleen en in mijn eentje. Hoe de eenzaamheid mij opslokte, hongerig, onverzadigbaar en herhalend. Vluchtend in boekjes en hoekjes werd ik handig in omzeilen.
Ik weet nog hoe het klonk, de ongerepte natuur vol vogels en vlinders. De snorrende hommels, het knisperende gras. De poes die vertelde en ik die verstond. Honderduit kletste ik tegen haar en mezelf, want ík liep niet weg.
Ik denk nog vaak aan de vrijheid, groots en grenzeloos. Ergens beangstigend zonder duidelijke kaders, met enkel een paar starre regels die ik niet begreep. Dat het er niet toedeed hoe ik het anders voelde dan de rest. Vuistjes maken en inslikken. Waarom ben je zo boos?
Nu pas begrijp ik hoe dit mij vormde tot wie ik werd. Een angstig meisje dat op een dag zelf moeder werd, gevangen in een kooi. Ik vond dat ik aan alles en iedereen moest voldoen. Het moederschap daagde me uit en oh, wat vond ik het moeilijk. Niets ging vanzelf en ik legde de lat torenhoog. Wist ik veel dat het krijgen van een kind me niet gelukkig kon maken, ik zocht mijn geluk nog buiten mezelf. Het verdriet zat in mezelf opgesloten.
Mijn geest was een gevangenis en ik nam mijn gedachten aan voor feiten. Het zweet breekt me uit nu ik terugdenk aan die grijze uitzichtloze tijd. Moegestreden paste ik me aan en hield me schuil in een troosteloze diepe put met zelf gemetselde muren. Hoe kon ik weten en herkennen wat gezonde kaders waren? Herhalend wat ik kende joeg ik een utopie na. De prins bleek een kwade kikker en het duurde jaren tot ik begreep hoe het werkelijk zat.
Ik was immers de oorzaak, de overgevoelige, de moeilijke, de bron. Na mezelf in duizend bochten te hebben gewrongen was ik toe aan hulp. Ik zocht en vond. Op mijn zoektocht naar antwoorden weigerde ik nog langer te geloven wat hij te vaak in mijn oor fluisterde. Het ligt aan jou.
Samen met een gebroken hart voor de tweede keer, waren mijn muren aan puin geschoten. Ontmanteld, ontkleed, naakter dan naakt, als een opgerolde foetus lag ik, alleen in een hoekje. Vergeten en uitgekotst. Dat was niet nieuw, achteraf was dat al jaren, maar ik was het vergeten, vergat mijn weten. Moegestreden, opgegeven en vol ontkenning werd ik plotseling het nest uitgekieperd. Als een koekoeksjong.
Helen ging niet vanzelf, het ging metersdiep en tandjes erger. Ik voelde een eindeloos rauw en diep verdriet, want ik was een open zenuw en had een moederwond. Tot ik onder al mijn pijn iets ontdekte. Het klopte. Alles wat ik ooit voelde bleek waar en terecht. Ik kreeg alsnog gelijk. Niet ik was het probleem, maar zij. Wat ik altijd had gevoeld maar niet begreep kreeg eindelijk een naam.
Emotioneel verwaarloosd betekent eenzaam en alleen. Van hun emoties afgesloten ouders kunnen niet geven wat ze zelf ontbeerden bij hún ouders. Dit wordt generatie op generatie doorgegeven totdat iemand op een dag wakker wordt. Er is geen sprake van opzet of schuld. Toch openden die dag mijn ogen, want dit inzicht verklaarde ALLES. Mijn onhandige keuzes in de liefde, het eeuwige zoeken naar geluk buiten mezelf. De kameleon in mij die altijd op de ander was gericht. Als die maar gelukkig was dan zou dat op mij afstralen... Ik wenste voor een ander het beste, maar dat ging ten koste van mezelf.
Met bloed, zweet en tranen moest ik terug naar vroeger, de bron en de kern. Mijn problemen met de liefde, ik moest ze begrijpen. Want wat ik nooit meer wilde was een herhaling van verdrietige zetten. De kervend diepe pijn van liefdesverdriet en het mezelf verliezen in een ander, het was klaar. Mijn hart onbeschermd weggeven, gebroken en kapot, dát nooit weer. Ik moest zelf leren om emotioneel beschikbaar te worden. Voor mezelf en daardoor voor mijn kinderen en daarmee heb ik de familiepatronen doorbroken.
Teruggaan naar die tijd doet pijn. Een acute steek in mijn buik, adrenaline en brandende tranen, nog steeds. Met professionele hulp heelde ik mezelf en hechtte ik mezelf alsnog veilig. Ja, je leest het goed. Veilig gehecht. Zoals je eigenlijk hoort te starten in je leven, omringd door emotionele beschikbaarheid. Kom maar meisje, je kunt het wel! Ik laat je niet alleen. Je bent helemaal goed zoals je bent en alle gevoelens mogen er zijn. Dit is voor mij een levenslang proces, maar ik kan niet anders. Het moet.
Zo werd ik mijn eigen moeder en mijn kleine ik werd alsnog gehoord, geknuffeld en getroost. Als je werkelijk gezien wordt maakt dat een enorm verschil in je leven, zelfs jaren later. Er moesten verhalen verteld, gedeeld en beluisterd. Het rouwen begon om alles wat gemist was. Dat het niemands schuld was, maakte het niet minder verdrietig of oneerlijk voor het kleintje in mij. Alle emoties mochten er eindelijk zijn. Pas toen, heel langzaam, werd ik stapje voor stapje mijn echte zelf.
Mijn kleine meisje staat voorop. Zij is het die schaterlacht, speelt en danst. Zij raakt ontroerd door muziek en de natuur. Eindelijk voelt ze zich gekoesterd en werkelijk gezien en gehoord. Ze is geliefd, want ik zorg voor haar. Ik hou van mij, gelukkig en alsnog.
En toen verloor ik ineens mijn vader, mijn vanzelfsprekende kader. Hij stierf plotseling na een ziekbed van twee weken. Onverbiddelijk en onomkeerbaar raakte ik hem kwijt. De enige man die me tot dan toe werkelijk zag en hoorde, verdween. Hij deed waar ik al twee maal verschrikkelijk verdrietige ervaringen mee had in mijn relaties: hij verliet mij. Niet omdat hij me zat was, gewoon omdat het leven zo liep. Het gebeurde in liefde maar oh wat deed en doet het zeer. Plotseling had mijn ruime rouwervaring in verlaten worden door geliefden een voordeel. Het had me op een bepaalde manier voorbereid om dit grote verlies te kunnen dragen, ik wist immers al hoe het voelde om alles kwijt te raken. En toch, dit was anders.
Mijn vader had emotionele muren, zeg maar rustig, een opgetrokken fort van heb-ik-jou-daar. Ondanks zijn moeilijke jeugd vol verliezen deed hij zijn allerbeste best tot de laatste snik, maar zijn binnenwereld was taboe. Hij was een trotse vader en blij met mij. We zaten in hetzelfde team en ik schrijf dit in tranen; ik mis hem niet minder maar meer. Zoals hij vaak zei als ik binnenkwam; ‘Is dat mijn mooie dochter?!’ En toen hij het niet meer zeggen kon voelde ik het op zijn sterfbed en las ik het later zwart op wit.
Hij was trots op mij, hoe ik was als moeder voor mijn kinderen, als dochter en als vrouw. Hij begreep niets van de mannen die mij verlieten, mijn verdriet was zijn verdriet. Hij schreef dat hij niet begreep waarom zij niet zagen en koesterden wat hij zag; een lieve, wijze en sterke vrouw. Ik, voor altijd zijn dochter.
Zijn dood was een klap, een onverwachte dreun als een aardbeving. Mijn wereld stond op zijn kop en ik voelde me plotseling wees. Mijn nieuwe opgebouwde muurtjes werden in één keer kapotgeschoten. Dit had ik niet verwacht; mijn vader zo geruisloos op deze manier moeten verliezen. Pas met terugwerkende kracht waardeerde ik hem en zijn onzichtbare stabiele zijn. Ondanks zijn eigen verdriet en pijn had hij zijn uiterste best gedaan om de vader te zijn die hijzelf maar zo kort had mogen hebben. De onuitgesproken dingen die een leven lang tussen ons in stonden had ik inmiddels met hulp een plekje gegeven. Daardoor kon ik hem op zijn sterfbed zeggen: Papa, ik hou van jou en je bent een goede vader. Ik deelde dit vrij en uit mezelf, dat had ik eerder nooit gekund. Hij antwoordde dat hij ook van mij hield en zijn best had gedaan. Dat was de waarheid en ik koester ons liefdevolle afscheid voor de rest van mijn leven.
Rouwen is rauw en ik ging driftig op zoek naar antwoorden en geluk buiten mezelf. Na zijn crematie dook ik direct vol in de rouw. Het was vakantietijd en ik voelde me eenzamer dan ooit. Ik miste een arm om me heen, een klankbord, een maatje. Voor de laatste keer trapte ik in liefde zoeken op de verkeerde plekken. Het is me vergeven, kennelijk moest dat nog even. Klaar met zoeken naar die ene, wél geschikte liefdespartner, liet ik los en accepteerde het leven zoals het op dat moment was. Mijn persoonlijke ontwikkeling ging gewoon verder zoals het altijd door zal gaan.
Vrolijk en met het glas halfvol, zo sta ik nu in het leven. Eigenlijk ben ik weer precies het kleine meisje in mij, maar dan geheeld en gelukkig. Wie had dat ooit gedacht? Ik in ieder geval niet als je het jaren geleden had gevraagd. Afgerekend met negativiteit en toxische mensen schudde ik me vrij en blij. Steeds dichter bij mezelf, een natuurmeisje met hart en ziel, zit ik vol met levenslust en vertrouwen. Ben ik dezelfde uit dit verhaal?
Ja, ik ben het allemaal en tegelijk steeds minder. Ik ben niet langer mijn verleden, want ik ben het ontstegen. Ik voel me een vechter, een overlever en zegevierder! Ik ben alle vrouwen en meisjes ineen. Niet meer zoekende maar vooral vindende. Vooral dat laatste, dat ben ik. Mezelf gevonden, herontdekt, gek durven doen en de slappe lach omarmen. Ben de leukste moeder geworden, al zeg ik het zelf. Ben gek op mijn kinderen en heb geleerd ze te geven wat ik zelf ontberen moest. Ze weten dat ik er voor ze ben als ze me nodig hebben, dat heeft alle ellende me gebracht. Het is zoals het is en ik voel me gezegend en herboren. Het ging niet vanzelf, maar het was het achteraf bezien dubbel en dwars waard. Mijn schaduw werd mijn lichtbron.
De band met mijn vader is gek genoeg sterker dan ooit, hij heeft me niet werkelijk verlaten. Samen met zijn heengaan zijn zijn muren verdwenen en is hij emotioneel beschikbaar geworden. Dit startte al op zijn ziekbed waar hij tot niets anders in staat was dan kwetsbaar zijn. Beter laat dan nooit. Ik hoef maar de natuur in te stappen en daar is hij om me te wijzen op de bloemen, de vogels en het landschap. Hij gaf zelfs zijn zegen voor mijn nieuwe liefde, zomaar uit het niets. Nee, niet zomaar. Mijn vader zegende nooit iemand of iets (zover ik weet), maar mijn lief is niet de minste, dat weet mijn vader. Hij is er één uit duizenden.
Het laat zich niet moeilijk raden; de liefde die kwam. Onverwacht, niet te missen en met luid tromgeroffel. Geliefden verschijnen als je de dingen gaat doen waar je van houdt en ik was niet op zoek. Ik had gewoon enorm veel plezier en was op dat moment niet bezig met het fenomeen liefde. Totdat ik werd opgemerkt door iemand, precies de man die ook mijn aandacht trok. Gelukkig stapte hij op me af en dat was nieuw voor mij. Hij toonde lef waar ik verlegen was en zo begon het. Wij.
Iemand zo lief en empathisch, wijs en grappig en ook nog eens woest aantrekkelijk, ik wist niet wat me overkwam. Deze man had ik nooit kunnen verzinnen, maar hij is zo logisch als wat. Wij zijn de liefde samen. Emotioneel volwassen, liefdevol, gelijkwaardig, respectvol, uitdagend en met een onweerstaanbare aantrekkingskracht, zo kende ik de liefde niet. Daarnaast is ons contact solide en stabiel, het is in evenwicht, zonder een moment saai te zijn. Alles leeft, speelt en sprankelt tussen ons. Wat we hebben is anders dan eerder en daarom helemaal passend bij wie ik nu ben en hij al was. We begrijpen elkaar en spreken dezelfde taal. Nooit gedacht dat liefhebben zo moeiteloos en bevrijdend kan zijn.
Naast onze liefde blijven we autonoom ons eigen leven leiden. Ik sta voor de verandering niet stil, maar ben juist super geïnspireerd en heb nog nooit zoveel bevlogen poëzie geschreven met blikken en blozen. Deze liefde geeft me vleugels want ik wil het beste uit mezelf halen. Hij hoort en ziet me werkelijk. We verstaan elkaar en hebben aan een half woord genoeg. Vanaf het eerste moment mag ik mezelf zijn bij hem en hij bij mij. Ik koester hem en ons met heel mijn hart en dit is nog maar het begin.
Ik ben weer terug in de velden en lig tussen het hoge gras omringd door pinkster- en boterbloemen. Voorzichtig rijg ik madeliefjes tot een krans. Het lijkt of ik alleen ben maar dat is niet zo. Mijn hart stroomt over van liefde en is druk bevolkt. Naast mijn lieve kinderen, familie en vriendinnen wonen er twee mannen in mijn hart. En een klein meisje. Ik voel me niet langer alleen, want dat kleintje en ik vertellen elkaar verhalen en voor haar maak ik die bloemenkrans. Mijn vader maakt grapjes en mijn lief stuurt een berichtje. Deze twee mannen in mijn leven zie ik zo voor me aan een tafel, ze zouden het uitstekend met elkaar kunnen vinden. Mijn vader had voelsprieten voor lieve mensen, net als mijn lief ook heeft. Hij vindt mij namelijk boven alles lief en dat is precies wat ik mocht leren omarmen, het zachte en lieve in mij. Wat je zoekt, zoekt jou en hij en ik lijken op elkaar in het lieve.
Zo liggen wij samen en tellen de schaapjes in de wolken. We fluisteren en lachen, genieten en er is geen insect dat ons ontgaat. Ondanks of juist dankzij alles, is het goede in mij gebleven: ik zit vol vuur en ben vrij, gelukkig en blij. Er zit zoveel liefde in mij!
Nienke, @missnienox, 17 mei 2024
@Anna Niezabitkowska
Reactie plaatsen
Reacties
Dit verhaal heb ik twee keer gelezen, zo mooi, ontroerend en hoopgevend is het. Wat een blije en hoopvolle boodschap dat je kunt helen van een onveilige jeugd en jezelf en de liefde kunt terugvinden. Familiepatronen kunt doorbreken, ook voor de generatie na jou. Het leven wordt er lichter van, weet ik ook uit eigen ervaring. En prachtig zoals je die band met je vader beschrijft, mooi hoe dat ook na de dood niet weg is.
Lieve Gerda, dank je wel voor je prachtige reactie en complimenten 😁 En dat terwijl ik twijfelde of ik het wel zou plaatsen. Ik wil namelijk eigenlijk geen oude verhale meer oprakelen, maar tegelijk heeft het mij gevormd en vond ik het ook wel een soort samenvattende afsluiting. Ik zit immers nu in een totaal andere fase. Ja die pa, van mij dat is me er eentje🤍 Fijn wat jij er allemaal uit haalt. Daar doe ik het voor🤍