Gevallen bloemkool

Gepubliceerd op 18 juni 2022 om 08:33

                                     @Yoke Hagen - gastschrijver

 

Lieve Fatalia,

Ik ben geschrokken. Er is maar één gewicht en dat is overgewicht. Ik zeul nu een boodschappentas met me mee vol ijs, ponden truffels, liters rode port, tientallen Magnums, vele pakken koffie en bergen zakken drop! Dat is te véél! Nu zal dat ijs nog wel smelten… maar met de rest zit ik toch lelijk opgescheept. Het zal een poosje gaan duren voor ik mijn hippe garderobe weer tevoorschijn kan halen. Ik vrees dat ik nu echt moet beginnen! Ons huis bevat twee trappen die ik meerdere keren per dag bewandel, maar ik denk mijn trilapparaat weer paraat te gaan zetten. Elke dag een salade is ook niet verkeerd, mits zonder die lekkere vette dressings. Mijn gemaal heeft nog niet toegezegd ook maar enige steun te gaan bieden, maar tegenwerken zal hij ook niet, denk ik. Kortom het komt allemaal weer op eigen kracht neer, weerstand te bieden aan alle godenspijs en drank in dit deel van de wereld. Terwijl wij zo uitstekend menen te weten hoe we dergelijke problemen weer te boven kunnen komen, raken we toch elke keer weer vrolijk verstrikt in onze zwakheden.

Wel Fatalia, dit is mijn bekentenis en ik zal streven om volgende week om deze tijd te kunnen melden dat ik minstens een pond minder meedraag in mijn boodschappenschort.

Liefs Grazia

 

De volgende morgen bekijkt Grazia met de moed der wanhoop de inhoud van de voorraadkast. Hoe is het mogelijk dat zoveel ongezonds de afgelopen maanden haar huis is binnengeslopen. Wanneer is het fout gegaan? Het kan toch niet zo zijn dat ze de schuld aan de omstandigheden kan toekennen, haar leven verloopt vrij geruisloos op dit moment. Jaren van gezond leven gooi je toch niet zomaar opzij? De drie gevulde repen en de zak drop vindt ze toch wel zonde om weg te gooien. Dan pakt ze de fiets om naar de winkel in het dorp te trappen. Sla, komkommer en sinaasappelen, dat moet er komen en wel diréct. Terwijl ze in rap tempo richting supermarkt racet drijven er nog allerlei gezonde artikelen naar de oppervlakte van haar gemoed. Vis. Zure augurken. Nee géén frikadellen.

 

Een half uur later, moe maar tevreden over de verstandige inkopen, fietst Grazia over de brug en wordt ingehaald door een brommer. Terwijl een vrachtwagen hen tegemoet rijdt! De brommer snijdt haar af en terwijl ze keihard in de remmen knijpt belandt ze met de rechter fietstas tussen de brugleuning. De hele manoeuvre geschiedt zo snel dat ze al over het wegdek schuift voor ze goed en wel beseft wat er gebeurt. Daar ligt ze, half onder de fiets op nog geen tien centimeter van het draaiende brommerwiel. Het is een drukte om haar heen, ze wil onder de fiets vandaan maar dat wil niet lukken. Iemand houdt haar tegen de grond.

 

‘Blijf alsjeblieft liggen, je bloed als een rund’.

Nou, dat klinkt niet bepaald bemoedigend.

Maar de fiets wordt voorzichtig uit haar zij geplukt, waarbij een bloemkool uit de tas rolt, gevolgd door een aantal peren.

Ze ziet ze als in een vertraagde film onder de vrachtwagen rollen.

Die staat gelukkig stil.

Als in een wolk gehuld komt de pijn opzetten.

Vanuit haar voet. Of is het haar arm?

De dichtstbijzijnde man lijkt wel een verpleger, zo voorzichtig legt hij haar hoofd op een soort jas.

In de verte hoort ze sirenes. Er moet zeker iemand met spoed naar het ziekenhuis.

Haar ogen vallen dicht.

Er valt toch niks meer te doen.

 

In een brede gang wordt ze wakker. Een zuster praat tegen haar. Waar is haar fiets? En die bloemkool. ‘Waar is mijn bloemkool?’ ‘Rustig maar mevrouw, blijf maar liggen’. Ze snapt er niks van. ‘U ligt op de uitslaapkamer, de operatie is gelukt, er zit een pen in uw been en het komt weer goed. Uw arm zit in verband maar is niet stuk. En u heeft een lichte hersenschudding.

 

Hoe is uw naam?’

Mijn naam?

‘Hallo ik ben Grazia. En ik ben te dik’.

‘Nou daar zou ik me nu maar niet zo druk over maken hoor mevrouw’.

Niet druk over maken?

‘U vraagt naar mijn naam en u blijft me mevrouw noemen?’

Dan zakt haar belangstelling langzaam weg.

 

Ze wordt naar de zaal gereden waar ze een uurtje ligt te suffen en heel gedwee naar allerlei twinkelende geluiden ligt te luisteren. Het is een vreemde gewaarwording wanneer ze beseft dat haar man aan het bed staat en nogal ongerust maar troostend haar hand in zijn grote vuist geklemd houdt.

 

‘Wat doe je hier, wat doe ik hier? Mijn peren liggen onder een vrachtwagen’.

‘Ja… jij gelukkig niet’, zegt de man die eigenlijk op zijn werk behoort te zitten.

‘Ik werd gebeld door de politie, ik schrok me rot. Je sinaasappelen drijven onder de brug, tussen de spruitjes. Je hebt nog geluk gehad’.

‘En die brommerjongen, hoe is het daar mee?.

‘Dat is een meisje, ze is er goed vanaf gekomen en is al naar huis, geloof ik’.

 

Die nacht moet ze in het ziekenhuis blijven. Voor de goede orde. Wanneer alles naar wens blijft gaan mag ze morgen naar huis.

 

Eenmaal thuis op de bank valt alles mee. Haar fiets is thuisbezorgd door de man waarvan ze dacht dat hij de verpleger was op straat, maar hij zegt met een grijns dat hij stratenmaker is. Haar fietstassen zijn gescheurd. Maar haar stuurtas met portemonnee, IPhone, alles compleet: is bewonderenswaardig nog heel. Er komen vrienden en familie op bezoek. De ene doos bonbons volgt de andere op en ze staan gestapeld op het kastje naast haar hoofd. Haar moeder neemt zelfgebakken appeltaart mee. Haar man bakt pizza’s, patat of hamburgers. Een vriendin komt pannenkoeken bakken.

 

Na een week neemt ze resoluut het besluit om zelf de regie over het eten weer op zich nemen. Met haar krukken onder de oksels hipt ze naar de keuken, maakt een boodschappenlijstje en vraagt vriendelijk doch beslist of deze boodschappen gehaald kunnen worden waarna ze zelf in de keuken gaat plaats nemen. Nu wordt haar man toch wel erg boos. ‘Jij gaat onmiddellijk naar die bank van je. Wat denk je wel, je mag absoluut niet op dat been staan, hup uit de keuken, die sla en die tomaten kan ik zelf wel tot een prutje mengen, als je dat persé wilt’. Met een zucht en een oververmoeid gevoel laat ze zich weer op de bank vallen.

 

Wat is het warm deze zomer. Ze is voortdurend drijfnat. Haar man wordt kierewiet van het ophalen van andere kleren.

Nee dat is niet waar. Haar Maarten is bezorgd en zorgt als een echte verpleger voor haar. Ondankbaar schepsel! Zes weken gips heeft de arts gezegd. En niet belasten dat been. Haar arm heeft de eerste week goed doorstaan. Het verband is vervangen door gaas met pleisters. Maar die buik, die vetrollen. Het lijkt nog erger dan de laatste keer dat ze in de spiegel keek. Ze durft zich de eerste weken zeker niet te wegen. Koppijn krijgt ze ervan. Wat een scenario.

 

Eigenlijk mag ze de trap wel op. Ze heeft al geoefend maar vindt het doodeng. Die draai in de trap maakt het moeilijk. Toch wil ze naar boven. Douchen is er voorlopig niet bij, maar haar eigen bed zal toch beduidend lekkerder slapen dan de bank, al is die ruim genoeg. In de badkamer aangekomen struikelt ze bijna over het voorwerp van haar zorgen, Fatalia, de weegschaal. Ja daar hoeft ze nu niet op te gaan staan dat gips zal wel kilo’s wegen. Ze stopt de was uit de overvolle wasmand in de machine en gaat doodmoe op haar bed liggen. Beneden hoort ze gestommel en roepen: ‘Waar zit je nou? Ik heb een cadeautje voor je’. Dan stormt Maarten de trap op en legt in één beweging twee nieuwe fietstassen op haar bed. Ze zitten vol. Zakken met fruit en groente staren haar aan en verbaasd kijkt ze op. ‘Ja ik heb de bon van vorige week in je stuurtas gevonden en dezelfde boodschappen voor je gehaald en: ik ben zonder kleerscheuren thuisgekomen’.

 

Lieve Fatalia,

Het is nu vier weken geleden, die fietsschuiver. Vanmorgen woog ik drie kilo lichter ondanks het gips. Je bent me goed gezind. En die man van mij is de leukste, maar ook de liefste. Die laatste twee weken gaan me ook wel lukken. De visite vindt de bonbons heerlijk en af en toe een dropje kan kennelijk geen kwaad. ’s Avonds ruik ik aan de port van Maarten en dat is goed terwijl ik water drink of het wijn is en geniet van de koolhydraatarme maaltijden. Ik sta nu voorzichtig zelf weer in de keuken, nou ja zittend op de hoge kruk die aangerukt is. Heel stiekem heb ik achter uit de kast dat leuke shirtje met die vlindermouwtjes gevist en aangetrokken. Het kan. Het begin is er. We gaan er een succes van maken.

Liefs Grazia

 

@Yoke Hagen - gastschrijver

 

Wil je meer van gastschrijvers lezen? De volgende verhalen wil je niet missen:

Russische roest - deel 1

Russische roest - deel 2

Bundy - deel 1

Bundy - deel 2

Bedden-soap

 

 

Foto Olga Drach gevallen bloemkool kort verhaal missnienox

@Olga Drach

Reactie plaatsen

Reacties

Gerda
2 jaar geleden

Een verhaal met de titel ‘Gevallen bloemkool”, dan kan het al bijna niet meer misgaan. Heerlijk verhaal, met humor geschreven en happy end.

Nien
2 jaar geleden

Dank je wel Gerda😁 Ja, leuk hè! En wat een nieuwsgierigmakende titel.