De omgeving was schitterend, daar lag het niet aan. Woest uitziende bergen werden afgewisseld door dalen waar een rivier zich doorheen slingerde. Puntige toppen verdwenen in mistflarden en het gesteente was begroeid met mos en dennenbomen. Het contrast tussen het stille gebergte en de klaterende stroom water was gigantisch. Omdat de herfst al vroeg had ingezet, leken de bomen in alle kleuren geverfd. Door de frisse temperatuur en de vochtige lucht rook alles kruidig en schoon. Kortom: de ideale omgeving om eens lekker tot rust te komen. Heilzamer dan hier kon je het niet vinden. Bad Grund was dan ook een stadje dat bekend stond om haar bronnen. Hier kwamen al honderden jaren patiënten, vakantiegangers en rustzoekers naar toe. Om zichzelf te reinigen, te wandelen in de natuur of om tot zichzelf te komen. Meestal kwamen hier mensen van een zekere leeftijd, zoals grootmoeder Aug. Maar grootmoeder was niet alleen, want ze liet zich graag vergezellen door één van haar kleindochters. Mara was de uitverkorene voor deze week in Duitsland, of ze daar nou zin in had of niet.
Sinds jaar en dag koos grootmoeder een pension uit in Duitsland, prikte een week in haar agenda en koos een kleindochter. Ze hield ervan zich te omringen door haar eigen vlees en bloed en bovenal hield ze van hun jeugdige energie. Ze besefte best dat de gelukkige jongedame die mee mocht misschien liever wat meer actie wilde, maar Aug moest aan zichzelf denken. Dit kon wel eens haar laatste uitje worden, de ouderdom hijgde in haar nek en ze wilde nog één keertje plezier maken. Welke kleindochter haar mocht vergezellen tijdens deze laatste reis? Mara natuurlijk en niemand anders. Deze pientere kleindochter – met haar elf jaar de jongste van het span – was stiekem haar favoriet. Mara kon wel wat vrolijkheid gebruiken na de scheiding van haar ouders en haar moeder wel wat rust. Een vakantie zat er financieel niet in voor het meisje en Aug nam haar met alle liefde mee, want Mara was precies de reisgezel die ze nodig had.
In deze saaie omgeving was vast niets te beleven, stelde Mara vast. Ze keek uit het raam dat uitzicht bood op een grillig gevormde berg. Het pension waar zij met haar grootmoeder verbleef had zijn beste tijd gehad, het interieur was overduidelijk gedateerd. Zware fluwelen fauteuils in verschoten tinten groen vulden de bedompte ruimte. Dikke tapijten met kale plekken bedekten de versleten houten vloer. Ook de lampenkappen, in dezelfde vale kleuren als de stoelen, kwamen uit vervlogen tijden. Dit was de gemeenschappelijke ruimte van Pension Ludwig en behalve Mara, die voor het venster stond, was er niemand te bekennen. Er lagen wat verkleurde toeristenfolders op de logge eikenhouten tafel en in de haard lagen een paar verkoolde stukken hout na te smeulen.
Mara wandelde naar het andere raam in de ruimte. Daar had ze een goed uitzicht op het Kuuroord - een massief wit betonnen gebouw in blokvorm dat scherp afstak tegen de grillige dennenbomen. Geen mos aan de muren, zoals bij het pension, maar enkel steriel pleisterwerk. Mara bedacht dat ze dolgraag daar had willen verblijven, alles beter dan dit pension. Hier leek ze vastgevroren te zitten in de tijd. Maar grootmoeder Aug had het niet ruim sinds grootvaders overlijden. Haar kleindochter begreep dat dit deze keuze verklaarde en ze vreesde saaie eindeloze dagen. Ze had echter buiten haar grootmoeders ondernemende aard gerekend. Want toen zij nog een kleine Augusta was, werd ook zij op sleeptouw genomen door haar energieke grootmoeder. Het was een soort familietraditie geworden: sterke oudere dames die de jongere generatie lieten zien, waar het in het leven om draaide. Plezier maken, ongeacht je afkomst of je financiën.
Dus nam grootmoeder Aug haar kleindochter mee naar de overkant. Rechtstreeks vanaf de morsige stoep van pension Ludwig togen zij naar het rijzige steriele gebouw dat Kuuroord ‘Himmelhoch’ heette. Mara paste haar wandeltempo aan, terwijl de oude dame zwaar leunend op haar wandelstok haar andere arm door die van haar had gehaakt. “Ja mijn kind, je denkt toch niet dat wij onze tijd gaan uitzitten daar bij die kwibus van een Ludwig? Slapen en ontbijten prima, maar stof opnemen laten we aan het interieur over!” Grootmoeder versnelde haar pas. De houten wandelstok tikte op het asfalt en was bezet met vele wandel-trofeeën: metalen plaatjes van de landen waar grootmoeder was geweest en bergen had bedwongen – Zwitserland, Oostenrijk, Spanje, Frankrijk en nog vele andere vlaggen prijkten op de stok. “Onthoud lieve kind, als iemand je straks vraagt wat je daar komt doen, dan knik je maar gewoon liefjes en prevelt ‘vielen dank’ alsof je neus bloedt.” Mara knikte en kon een lach niet onderdrukken, wat was haar grootmoeder toch een fijn mens. Ze was net als haar kleindochter extravert en wilde geen kans op avontuur missen. Grootmoeder drukte op de kleine koperen deurbel en ze hoefden niet lang te wachten.
De portier zwaaide de grote zware deur voor ze open, knikte de twee nieuwe gasten vriendelijk toe en deed een stapje opzij om ze te laten passeren. Grootmoeder had voor de gelegenheid haar zondagse hoed opgezet, die met de pauwenveer en liep met trotse tred het kuuroord binnen. Mara volgde haar nog wat onwennig. “En nu?” fluisterde ze. Grootmoeder hield haar vinger onopvallend tegen haar lippen en siste dat ze gewoon lief moest lachen. Vanaf de voordeur leidde een hoge hal met marmeren vloer naar een tweede ruimte, afgeschermd door een automatische draaideur. Grootmoeders stok tikte hard op het steen, maar dit geluid verdween in het geroezemoes dat ze tegemoet kwam door de deur.
Ze waren in de gemeenschappelijke ruimte beland: een hoge hal opgetrokken uit natuursteen met veel lichtinval dankzij grote dakramen. In het midden pronkte een strak vormgegeven royale bar omgeven door diverse zitjes. Zware hoekige lederen banken en fauteuils stonden rond haarden opgesteld. Ondanks dat de hal groot, licht en minimalistisch was vormgegeven, was de sfeer verre van kil. Integendeel: de ruimte krulde zich als een warme deken om ze heen. Kleine dieprode tapijten bij de zitjes dempten de geluiden en er stonden grote planten als kamerschermen. Bovendien waren in de wanden kleurige aquaria verzonken en zorgden de haarden voor een weldadige temperatuur. Overal zaten gasten geanimeerd te praten in groepjes. Dit was duidelijk de plek waar je moest zijn en waar het gebeurde. Grootmoeder baande zich een weg naar de bar en gebaarde druk naar de gastheer en binnen twee tellen zaten ze op een gerieflijk plekje bij een grote open haard. Mara kreeg een dampende kop chocolademelk en grootmoeder had zichzelf op een kruidenlikeur getrakteerd na deze eerste overwinning.
“Binnenkomen is het moeilijkste kind, daarna is het alleen maar de contacten onderhouden. Voor je het weet behoor je tot het interieur en dat is precies wat we willen!” Haar kleindochter zag een tevreden mensje zitten. Klein van stuk, zilverwitte krullen en met ondanks haar hoge leeftijd een zeer energieke uitstraling. Grootmoeder poetste haar bril met een damasten servet en bekeek haar kleindochter nog eens goed. Een eveneens klein, spichtig kind met de aangeboren nieuwsgierigheid en wijze blik die ze zo goed kende. Mara was net als haar moeder en grootmoeder: ze had dezelfde levenslust en hetzelfde talent om stil en onopgemerkt aanwezig te zijn. Ze verstond de kunst om te genieten van momenten, niet bang te zijn voor stiltes – om simpelweg tevreden te zijn.
Zo werden grootmoeder Aug en haar kleindochter graag geziene gasten in het Kuuroord. Spoedig kende iedereen daar de charmante oudere dame, die iedereen eindeloos kon vermaken met haar levensverhalen. Ze vertrouwde een ander graag toe dat ze haar kleindochter had meegenomen vanuit Nederland, om haar ook een uitje te gunnen als enig kind met gescheiden ouders. Mara begon kaartspelletjes te spelen met de andere gasten en de taal bleek volstrekt geen probleem. Als kind met een oude ziel had zij plezier en de volwassenen hadden haar graag om zich heen. Hier viel het niet op dat zij het enige kind was, zij voelde zich omringd door gelijkgestemden. Het personeel had ‘Mutti Aug’ ook in het hart gesloten en leek vergeten te zijn hoe ze hier eigenlijk beland was.
Er werd niet gevraagd naar het kamernummer, de reservering of naar een achternaam. Grootmoeder en kleindochter waren te gast en zij vermaakten de andere gasten. Daarom waren zij zeer welkom. Natuurlijk begon het op te vallen dat ze stipt iedere dag om 10.00 uur binnen kwamen wandelen en ’s avonds na tienen weer vertrokken. Ze bestelden de eerste dag sporadisch wat te drinken of te eten en hadden van tevoren al een flink ontbijt genoten in het pension. Ze hadden een goede bodem gelegd, zodat grootmoeder kon uitstralen dat ze sobere gasten waren in ‘Himmelhoch’.
Desondanks werden ze al spoedig op een hapje of een drankje getrakteerd. Eerst nog door andere gasten, die het toch wat sneu en ongezellig vonden alleen te lunchen of te brunchen. Later bracht het bedienend personeel steeds vaker zomaar wat ‘schnaps’ onder het mom ‘van het huis’. Dit werd stilzwijgend geaccepteerd door grootmoeder Aug. Het was gewoon zo gelopen. De obers hadden heus wel opgemerkt dat de oude dame – hoewel ze veel zorg aan haar kleding en accessoires had besteed – niet van dezelfde komaf was als de andere gasten. Ook de kleine Mara met haar te grote afgetrapte gympen en haar eenvoudige kleding was ze niet ontgaan. Maar het gaf niet. Sterker nog, het stimuleerde het personeel juist om wat extra’s te doen voor deze dag-gasten. Alsof ze beseften dat het bezoek van deze twee dametjes iets bijzonders was en daarom speciale aandacht verdiende.
Achteraf gezien was het de mooiste week uit Mara’s leven. Zeven dagen lang dacht ze amper aan haar oude leventje en was ze gelukkiger dan ooit. Grootmoeder Aug was er helemaal voor haar en ze deden alles samen. Ze wandelden, speelden spelletjes, dompelden zich in de bronnen van het Kuuroord, spraken urenlang of zwegen samen heel tevreden. Dankzij grootmoeders creativiteit en levenslust leerde Mara het leven op een andere manier kennen – het gaf haar kracht en vertrouwen voor de toekomst.
‘Geluk zit in het kleine en als je kunt genieten van het leven is dat het grootste geschenk’ – Augusta Hermione Sonderman – Dahl
Grootmoeder Aug overleed exact een week later, rustig in haar slaap in haar eigen vertrouwde bed, 86 jaren jong.
@missnienox
Reactie plaatsen
Reacties